Het is een kleine familie met zeven soorten in drie geslachten:
- Phenakospermum (met slechts een soort)
- Ravenala (met slechts een soort, dereizigersboom: Ravenala madagascariensis)
- Strelitzia (met vier soorten)
Ze zijn gerangschikt in twee rijen en vormen een waaierachtige kroon van groenblijvend loof. De bloemen vormen een horizontale bloeiwijze en onstspringen uit een stevig schutblad. De bloemen worden bestoven door honingzuigers, die het schutblad als een zitplaats gebruiken als ze de bloemen bezoeken. Het gewicht van de vogels zorgt ervoor dat de bloem zich opent en er stuifmeel op de vogelpoten terecht komt, wat de vogels naar andere bloemen kunnen overbrengen
Er zijn 5 Soorten die van nature voorkomen en er bestaat een selectie van de reginae die Gele bloemen produceerd ( Mandela´s Gold)
- Strelitzia alba (synoniem: Strelitzia augusta)
Deze vorstgevoelige , vaste plant kan groeien tot 10 meter hoogte, met bladeren van 2m bij 0.6m . De bladeren zijn vaak gehavend door de sterke wind of hagel . Zoals de specifieke naam al doet vermoeden , de bloemen zijn helemaal wit en niet de blauwe kleur zoals in andere soorten. Bloei kan plaatsvinden op elk moment van het jaar , maar is meestal tussen juli en december .
- Strelitzia caudata
- Strelitzia juncea
Aangezien Strelitzia juncea afkomstig is uit een vrij droog gebied, stelt hij het met minder water dan de andere Strelitzia’s.
- Strelitzia nicolai
Strelitzia nicolai is een verwant van de bekende Strelitzia reginae. Het is een tot 10 meter hoge, groenblijvende plant met meerdere stammen met een palmachtige bladerkroon. De grijsgroene, banaanachtigebladeren zijn 1,5 tot 2,5 meter lang, afwisselend geplaatst, langwerpig en lancetvormig. Ze zitten gerangschikt in een waaiervormig patroon en ontspringen vanuit de rechte stammen. De plant lijkt hierdoor op de reizigersboom uit dezelfde plantenfamilie en op een palm. Het onderste gedeelte van de stam wordt kaal als de bladeren daar afvallen.
De bloemen bestaan uit drie wittekroonbladeren en drie violette kroonbladeren. Het grijsblauwe schutblad is haaks afstaand en tot 35 cm lang.
De naam Strelitzia is afkomstig van Charlotte van Mecklenburg-Strelitz en de naam nicolaiis een eerbetoon aan Nicolaas II van Rusland.
Strelitzia nicolai is endemisch in subtropischZuid-Afrika. De plant kan wereldwijd worden aangetroffen in botanische tuinen.
- Strelitzia reginae (synoniem: Strelitzia parvifolia) - paradijsvogelbloem
De paradijsvogelbloem of vogelkopbloem(Strelitzia reginae) is een forse, tot 2 m hoge,overblijvende plant. De bladsteel is tot 1,2 m lang. De bladeren lijken op die van de banaanen groeien in twee rijen. De bladschijf is langwerpig, 20-70 cm x 6-15 cm groot, leerachtig en stijf met een dikke middennerf en vele dunne zijnerven.
De bloemen gaan na elkaar open. Debloeiwijze heeft een bootvormig, 12-26 cm lang, vaak haaks afstaand, grijsgroen en vaak roodgerand schutblad, waar aan de bovenzijde 1-3 oranje en violet gekleurde bloemen uitsteken. De bloem bestaat uit drie vrije, 8-12 cm lange, oranje kroonbladeren en drie violette kroonbladeren, waarvan er twee spiesvormig rond de stijl en de vijfmeeldraden zijn gevouwen. Het derde violette kroonblad is veel kleiner. De vruchten zijn leerachtige, driehokkige doosvruchten met veel zaden met een oranje aanhangsel.
De naam paradijsvogelbloem is gegeven doordat de bonte kleuren doen denken aanparadijsvogels. De bloemen worden in hun oorsprongsgebied ook daadwerkelijk bestoven door vogels (honingzuigers). De paradijsvogelbloem is afkomstig uit Zuid-Afrika. Hij wordt wereldwijd in (sub)tropischegebieden gekweekt. In Belgiƫ en Nederland kan de paradijsvogelbloem in de gematigdeof warme kas worden gekweekt.
- Strelitzia reginae ( mandela´s Gold)
De zaden zijn nog steeds vrij duur en worden in kleine aantallen aangeboden.
Het enige verschil met het type zit in de gele ipv oranje bloemen en in een iets mindere bestandigheid tegen koude. Verder zijn alle karakteristieken alsook de verzorging dezelfde als voor Strelitzia reginae.
Phenakospermun guyannense